Wat is BEELDtaal?
Wat zijn de componenten van de beeldtaal?
De drie componenten van de beeldtaal in de fotografie zijn je intentie (idee), je vorm of vormtoepassingen (zie hieronder) en je resultaat. (je serie, selectie, tentoostelling, boek e.d.)
“De fout die de meesten maken met het vaak onbewust gebruik van deze componenten is dat ze vanuit hun idee rechtstreeks naar het resultaat willen gaan”. Wat bedoelen we hiermee?
Het grootste gemis bij de meeste foto’s die je ziet is dat er een vorm of vormtoepassing ontbreekt. Aan de hand van de onderstaande driehoek zie je linksboven ‘intentie’ staan. Dat is jouw idee van waaruit je wil vertrekken. Rechts daarvan zie je ‘resultaat’. De meesten gaan vanuit hun ‘idee’ rechtstreeks naar het ‘resultaat’. Ze slaan de vorm over terwijl hier nu net de creativiteit zit.
Vormtoepassingen: de bouwstenen van de beeldtaal
Vormen of vormtoepassingen zijn de belangrijkste bouwstenen die je in wil zetten om tot beeldtaal te komen.
De 12 vormtoepassingen binnen de beeldtaal zijn:
- Kleur of zwart/wit; is een belangrijke vraag die je je moet stellen als je aan een project begint. Waarom en wanneer maak je een keuze tussen één van de beiden, of misschien gebruik je ze allebei?
- Dead pan; is direct en gaat voorbij aan de conventies binnen de oude schilderkunst en luistert naar de ontwikkeling van de BEELDtaal.
- Context-Framing; is het samenvoegen van twee of meerdere belevingswerelden in één foto en/of het verwijzen naar een ander onderwerp binnen dezelfde foto.
- Lichtbeheersing; dit is een vormtoepassing die gebaseerd is op het Zonesysteem en maakt je bewust van de lichtwaarden die je fotografeert.
- Flits; is meer dan je denkt. Vroeg of laat ga je het nodig hebben ondanks dat je het waarschijnlijk lelijk vind of bijna nooit gebruikt.
- Typologie; is de overeenkomst van de verscheidenheid van het onderwerp wat je fotografeert. Een goede typologie is een sterke communicator met relatief weinig middelen.
- Suggestief-uitsnede; ligt in een ongrijpbare tussenwereld.
- Suggestief-Off focus; leidt direct naar een gevoels- of ervaringswereld.
- Documentair portret; kun je gebruiken om een bepaalde gemeenschap of cultuur te laten zien, om een sociaal of politiek probleem onder de aandacht te brengen, of om een menselijk verhaal te vertellen.
- Beschouwend; is dé manier om het landschap te fotograferen waarbij je meerdere vormtoepassingen in mee kunt nemen. Met beschouwend neem je jouw toeschouwer mee naar een andere kijk op de wereld
- Alien view; zet je interpretatie uit en sta open wat de foto je verteld.
- Grafisch element; door een grafisch element in een andere context te plaatsen geef je een nieuwe betekenis aan je foto.
Voorbeelden van beeldtaal
Om een drietal voorbeelden van beeldtaal te laten zien tippen we even de geschiedenis aan van een paar vormtoepassingen die we hierboven hebben behandelt:
Typologie: Toen Karl Blossfeldt zijn botanische catalogus eind 19e eeuw presenteerde zal August Sander hiervan geweten hebben. Zijn vrouw en hijzelf waren gedreven amateur botanisten en Sander zal de catalogus van Blossfeldt als inspiratie hebben gebruikt voor zijn eigen project; 'Der Mensch des 19. Jahrhunderts'. Walker Evans op zijn beurt, wist van Sanders project en paste de typologie toe op zijn eigen werk voor de Resettlement Administration. De beelden van Evans waren weer een inspiratiebron voor de Bechers, die bijna 50 jaar lang het industrieel erfgoed vastlegden. Bernd Becher leidde van 1976 tot 1996 een nieuwe generatie fotografen op die met hun vaak typologische beelden de hedendaagse kunstwereld domineren.
Foto's: Bernd en Hilla Becher
Lichtbeheersing: Voor de meeste fotografen zit lichtbeheersing in de lichtmeter en het dynamisch bereik van hun camera. Niets mis mee, maar ze weten helaas niet wat ze meten. Ze weten bijvoorbeeld niet welke toonwaarde een stoeptegel heeft die op de foto staat. Is dat belangrijk om te weten? Absoluut, want ik wil graag weten welke toonwaarde die stoeptegel heeft omdat ik die waarde ook terug wil zien op mijn computerscherm en later op mijn fotoprint. Previsualisatie noemde Ansel Adams dit. Jij bepaalt je lichtwaardes die je meet, en niet je camera. De lichtmeter van je camera zit daarom dan ook niet in de camera maar tussen de oren.
De uitsnede: Alvin langdon Coburn en Paul Strand waren in het eerste en tweede decennium van de vorige eeuw pioniers op het gebied van de uitsnede. Strand ontdekte rond 1915 bij het maken van een uitsnede dat er geen letterlijke betekenis meer aan het beeld kon worden ontleend. Er wordt een associatie gecommuniceerd. Deze toepassing kreeg voor het eerst zijn grote rol door Walker Evans in de jaren '30.. De uitsnede is onmisbaar binnen de beeldtaal maar ook in de hedendaags fotografie binnen al haar disciplines.
foto: Paul Strand
Foto boven: Robert van Heumen
Als je er meer over wil weten dan download ons E-book. Hierin leggen wij uitgebreider uit wat we met vormtoepassingen bedoelen en geven we een paar praktische voorbeelden.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons Ebook, of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus?