Straight Photography
In het begin van de twintigste eeuw ontstond een nieuwe en verfrissende benadering binnen de fotografie, die zou uitgroeien tot een eerbetoon aan de ongefilterde werkelijkheid: Straight Photography.
Picturalisme
Straight Photography was een reactie op het heersende picturalisme, dat op dat moment de fotografische kunstwereld domineerde met schilderachtige beelden vol dromerige en romantische motieven. Picturalistische fotografen wilden fotografie verheffen tot een niveau dat aan schilderkunst gelijk stond en omhulden hun beelden in zachte lijnen en diffuus licht, een etherische esthetiek die het beeld van de werkelijkheid verzachtte en manipuleerde.
Paul Strand en Alfred Stieglitz
Straight Photography gooide dit alles om. De stroming verwierp het romantische idealisme en omarmde in plaats daarvan een compromisloze realiteit. Fotografen wilden de wereld tonen zoals zij werkelijk was, ontdaan van subjectieve manipulatie of vervorming. De camera werd een instrument van objectieve observatie, en deze visie legde het fundament voor latere genres zoals documentaire- en straatfotografie, fotojournalistiek, en uiteindelijk abstracte fotografie, waarin het authentieke beeld centraal bleef staan.
De Wall Street van Paul Strand is een compositie die de verbinding demonstreert van twee van de favoriete onderwerpen van de modernistische fotograaf uit de jaren 1910. Hij laat voorbijgangers zien die praten over een snel veranderende stad binnen een abstracte vorm. Op deze foto legt Strand de anonieme aard van het stadsleven vast, evenals de abstracties die je in moderne Amerikaanse steden aantreft.
Aan het hoofd van deze beweging stonden invloedrijke pioniers als Paul Strand en Alfred Stieglitz. Stieglitz zag een grootheid in Strand en wijdde de laatste twee edities van zijn prestigieuze publicatie Camera Work volledig aan diens werk. De foto’s van Strand ademen helderheid en eenvoud, met een scherpte die Stieglitz omschreef als "een intens gevoel van schoonheid en scherpte.” Zijn werk stond symbool voor het zuivere, het onbewerkt ware, dat Straight Photography in essentie beoogde.
Alfred Stieglitz speelde een cruciale rol in het erkennen van fotografie als volwaardige kunstvorm. Zijn foto’s van kunstenares Georgia O'Keeffe, en later zijn vrouw, belichamen zijn visie dat fotografie "echter dan de werkelijkheid" kan zijn, waarbij hij zowel haar persoonlijkheid als hun relatie vastlegde. Stieglitz werkte gepassioneerd en produceerde duizenden foto’s die thema’s en de snelle veranderingen in de Amerikaanse samenleving weerspiegelden. Stieglitz bereikte zijn doel om fotografie naast de schilderkunst te laten zien en staat door zijn inspanningen bekend als een belangrijk voorstander van de Straight Photography.
Parallel aan deze ontwikkeling, binnen de experimentele wereld van het modernisme, bracht de Hongaarse kunstenaar László Moholy-Nagy een eigen visie naar voren. Met zijn Neues Sehen (‘nieuwe visie’), geïnspireerd door de ideeën van de Bauhaus beweging, introduceerde Moholy-Nagy een revolutie in perspectief en compositie. Zijn aanpak onderzocht de wereld door de lens van de camera, zowel documenterend als experimenterend. Moholy-Nagy speelde met grafische structuren, door middel van onconventionele standpunten en innovatieve druktechnieken, en zocht een vernieuwde, esthetische dialoog tussen de lens en de moderne wereld van industrie en technologie.
Group f/64
Deze toewijding aan visuele helderheid en technische precisie, die Straight Photography kenmerkt, weerspiegelt zich in de filosofie van Edward Weston, die de kern van deze benadering in 1921 verwoordde: "Zorg dat je belichting en compositie in het begin correct zijn; dan kunnen zowel het ontwikkelen als het afdrukken vrijwel automatisch plaatsvinden." Zijn visie werd gedeeld door Ansel Adams, die vond dat een fotograaf een beeld eerst moest visualiseren in zijn uiteindelijke vorm op de afdruk. Samen met Weston stond hij aan het hoofd van de Group f/64, een collectief dat vasthield aan de zuiverheid van techniek en vakmanschap als fundament voor kunst. De fotografen werkten met grootformaat camera’s, zoals het imposante 8x10 inch formaat, waarin het beeld in al zijn ruwe waarheid op het matglas verscheen, een getrouwe weerspiegeling van het werkelijke moment, zonder franje of bewerking.
Na haar verhuizing naar San Francisco in 1920 verlegde Cunninghams fotografie zich van het picturalisme naar scherpe, gefocuste beelden. Ze legde naakten, portretten, botanische stillevens, architectuur en industriële gebouwen vast en kreeg bekendheid. Deze stijl werd later synoniem met Groep f/64, die streefde naar een zuivere, gedetailleerde esthetiek. Het gedeeltelijke zicht op het lege amfitheater benadrukt de ritmische herhaling van de rijen, die door diagonale lijnen en scherpe contrasten tussen licht en schaduw een dynamische spanning creëren. De geometrische vormen en textuur van de steen trekken de aandacht, waardoor de ruimte zelf het onderwerp van de foto wordt.
Walker Evans
De impact van deze directe benadering bleef voelbaar, zelfs tijdens de Grote Depressie. Fotografen als Walker Evans toonden aan dat het medium niet alleen een objectieve werkelijkheid kon weerspiegelen, maar deze ook met een poëtische gevoeligheid kon uitdiepen. Zijn werk, dat het alledaagse plattelandsleven van Amerika onderzocht, liet net als zijn inspiratiebron Eugene Atget, de volkse sfeer en ritmes van het dagelijkse bestaan zien. Evans’ vermogen om de essentie van een natie vast te leggen in zijn eenvoudige, ingetogen beelden maakte hem tot één van de grootste vertellers in Straight Photography.
"Ik denk dat ik eigenlijk letterzetter wil worden," zei Walker Evans in een interview in 1971, toen hij docent grafisch ontwerp was aan Yale. Op dat moment was zijn fascinatie voor borden vermengd met zijn passie voor verzamelen; in plaats van alleen maar borden te fotograferen - hun afbeeldingen te verzamelen - decoreerde hij zijn huis ermee. Vele jaren daarvoor, toen Evans een jongen was, was zijn vader copywriter voor een reclamebureau, een vakgebied dat Evans erkende als een nieuw "Amerikaans beroep".
De komst van de snelle en draagbare 35 mm-camera in de jaren dertig gaf met name straatfotografie een nieuwe impuls, vooral in Frankrijk. Cartier-Bresson gebruikte deze camera om een scène direct te kadreren op het moment van belichting. Hij zag zichzelf als een stille waarnemer die wachtte op het “beslissende moment” waarop de essentie van een scène zich ontvouwde, zoals te zien is in zijn bekende werk Parijs, Gare St. Lazare (1932). Hij stelde: "Binnen de beweging is er één moment waarop de elementen in evenwicht zijn.” Zijn werkwijze introduceerde een modernistisch camera gebruik en normaliseerde het toepassen van professionele laboratoria voor het ontwikkelen van foto’s, die een grote verschuiving in de fotografie teweeg bracht.
Straight Photography bleef tot ver in de late 20e en vroege 21e eeuw een leidraad in hoe wij de wereld ervaren en begrijpen. Voor vele kunstenaars is de camera een werktuig dat meer onthult dan alleen het zichtbare: het legt verborgen emoties, tijdsgewrichten en innerlijke diepten bloot die anders onopgemerkt blijven. Of het nu gaat om het spontane, vluchtige karakter van het snapshot of om een geduldig opgebouwde serie, traight photography nodigt ons uit om dieper te kijken. Zo brengt deze stijl niet alleen onze omgeving in beeld, maar roept ze ook op tot reflectie over ons eigen leven binnen de rijke, gelaagde wereld waarin we ons bevinden.
Nan Goldin, Rineke Dijkstra, Wolfgang Tillmans en Larry Sultan
Fotografen als Nan Goldin, Rineke Dijkstra, Wolfgang Tillmans en Larry Sultan ontdekten in de momentopname een instrument om de vergankelijkheid van het dagelijks leven te verkennen. Hun werk legt hun persoonlijke leefwereld en die van hun culturele omgeving bloot, met een nieuwsgierige blik die het alledaagse omzet tot iets universeels.
Het werk Nan one month after being battered is onderdeel van haar The Ballad of Sexual Dependency-serie. De serie draait om haar en de relaties van haar vrienden, drugsgebruik, feesten, seks, liefde en misschien wel het meest afhankelijkheid, zoals de titel al doet vermoeden. Goldin wilde haar leven afbeelden, maar niet op een glamoureuze manier. De serie gaat over wat Goldin zag als een dubbelzinnige relatie tussen heteroseksuele koppels die gekenmerkt werd door onverenigbaarheid en afhankelijkheid. Ze uitte haar bezorgdheid over de onverzoenlijkheid van mannen en vrouwen en beschreef hen alsof ze van verschillende planeten leken te komen. Ondanks deze onverenigbaarheid, merkte Goldin een intense behoefte op aan koppeling tussen hen, die ook bestaat in gewelddadige en destructieve relaties.
In 1999 maakte Rineke Dijkstra de serie Israel Portraits voor het Herzliya Museum in Israël. Deze portretten tonen Israëlische soldaten zowel in militaire omgeving als in hun privéleven en vormen Dijkstra’s enige werk met een sterke politieke lading. Haar foto’s leggen de kwetsbaarheid en sociale rol van deze jonge mensen vast, die vaak worden gezien als Israëlische verdedigers. Geïnspireerd door de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid in de lijn van August Sander, presenteert Dijkstra een genuanceerd beeld van de soldaat, wat leidt tot reflectie over nationale identiteit en de complexe Israëlisch-Palestijnse kwestie. Dit werk roept vragen op over nationale identiteit en biedt ruimte voor diepere reflectie op de Israëlisch-Palestijnse kwestie.
Lutz & Alex (1992) is een goed voorbeeld van de visie van Wolfgang Tillmans. Technisch gezien is het een fashion shoot, waarbij de modellen bijna niets dragen, hun naakte lichamen zijn alleen gekleed in loszittende regenjassen. Zittend in een boom wordt het duo gepresenteerd als heel verschillend: hij is stil en somber, zij is nieuwsgierig en open. Toch zijn ze met elkaar verbonden door een speels karakter en misschien wel door onschuld. In de camera van Tillmans worden deze figuren symbolen van jeugdige rebellie, hoop en schoonheid. De vrijheid die op deze foto wordt vastgelegd, is een belangrijk element in Tillmans’ werk uit deze vroege periode.
Pictures From Home (1984) werd geprezen als Larry Sultans intieme portret van zijn ouders. Sultan keerde in de jaren '80 regelmatig terug naar Zuid-Californië, waar zijn hedendaagse foto’s combineert met filmstills van homemovies, fragmenten van gesprekken, Sultans eigen geschriften en andere memorabilia. In deze mix vervaagt de grens tussen documentair en geënsceneerd, terwijl de afstand tussen fotograaf en onderwerp oplost in een boeiende dialoog en emotionele uitwisseling. Sultan toont zijn ouders in hun dagelijkse leven, tegen de achtergrond van de typische Amerikaanse droom van het Reagan-tijdperk, waarmee hij een dieper beeld schetst van familie, tijd en identiteit.
De erfenis van Straight Photography leeft voort in de voortdurende waardering voor de ongepolijste schoonheid en eenvoud die deze stijl kenmerkt. Fotografen die in deze traditie werken, blijven trouw aan de overtuiging dat de lens niet alleen een observator is, maar een instrument dat de werkelijkheid zelf naar het publiek brengt. Zo blijft Straight Photography niet slechts een historische beweging, maar een blijvende inspiratie voor wie de authentieke expressie en esthetiek van de werkelijkheid zoekt.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.