In een wereld waarin fotografie vaak wordt gezien als registratief, documentair of verslaggeving, is het verfrissend om het werk van Peter Fraser te kennen.
Fraser is een fotograaf die de werkelijkheid niet probeert te verklaren, maar uitnodigt om ervaren te worden. Hij richt zich op het kleine, het alledaagse. Niet om het te verheffen, maar om te tonen hoe vreemd en wonderlijk het gewone eigenlijk is.
De ervaring vóór de belichting
Frasers benadering is uniek binnen de Britse fotografie. In de jaren tachtig werkten ook andere fotografen in kleur, denk aan Martin Parr en Paul Graham, maar zij bleven trouw aan een documentaire aanpak. Fraser koos een ander pad. Na een inspirerend verblijf bij kleurenpionier William Eggleston in Memphis voelde hij zich vrij om zijn intuïtie te volgen. En dat deed hij. Tussen 1983 en 1987 maakte hij diverse series die uiteindelijk zouden leiden tot de publicatie van 'Two Blue Buckets' in 1988. 'Two Blue Buckets' zijn geen dramatische landschappen of imposante portretten, maar een koekjestrommel, een kapotte lamp of twee eenvoudige blauwe emmers. Voor Fraser zit de kracht van het beeld niet in het onderwerp zelf, maar in de aandacht waarmee het bekeken wordt. Hij noemt dat “de ervaring vóór de belichting”, het moment waarop alles even samenvalt, waarin het nu zich kristalhelder aandient, en de camera niets anders doet dan het toelaten.
De titelfoto van het boek ‘Two Blue Buckets’ (1985-’88) is een goed beginpunt: twee plastic emmers, een hemelsblauwe en een nog lichtere blauwtint emmer, staan naast elkaar op een donkergrijze vloer. Waarom zou je twee blauwe emmers willen fotograferen? Voor Fraser is het antwoord niet alleen dat ze er waren, maar dat hun aanwezigheid in een wereld vol van zulke wegwerpartikelen, alledaagse dingen, de sleutel is. Waarom verschillen de emmers van kleur en vorm en wie heeft ze daar zo neergezet? “Toen ik de foto's voor Two Blue Buckets maakte, voelde ik me steeds persoonlijk betrokken bij wat ik zag en dat was ook de reden om die beelden te kiezen. Maar ik weet dat er soms een heel dunne grens is tussen persoonlijke betrokkenheid en gewoon nieuwsgierigheid naar iets dat er fysiek is.” Zegt Fraser
Tussen denken en voelen
Zijn foto’s zijn poëtisch. Er zit een precisie in, een gevoeligheid voor kleur, licht en compositie die verraadt hoe goed hij kijkt. Fraser fotografeert met zijn hoofd én met zijn hart. Soms is het de vorm die hem aantrekt, soms een emotionele reactie. Zijn werk balanceert tussen denken en voelen, tussen het objectieve en het persoonlijke.
Begin jaren ’90 groeide bij Fraser een fascinatie voor kunstmatige intelligentie en de gevoeligheid van machines. Aangewakkerd door schaakwedstrijden tussen grootmeester Garry Kasparov en IBM’s schaakcomputer Deep Blue, begon hij zich af te vragen: kunnen machines bewustzijn tonen? Deze vragen vonden een extra laag door Kubricks 2001: A Space Odyssey, waarin computer HAL menselijke beslissingen overneemt, tegen de robotica wetten in. Tussen 1994 en 1997 reisde Fraser langs onderzoekscentra als CERN, NASA en het Max Planck Instituut. Hier fotografeerde hij machines alsof het portretten van mensen waren. Niet als koude techniek, maar als ‘sociale wezens’ in opkomst. Net zoals portretkunst ooit de adel of burgerij vastlegde, toont Fraser hier een nieuwe klasse, de intelligente systemen.
Perceptie
Wat zijn werk zo bijzonder maakt, is niet alleen de technische grootbeeld kwaliteit maar de insteek. Fraser gelooft niet in een hiërarchie van onderwerpen. Alles mag en kan gefotografeerd worden zolang het echt wordt waargenomen. Zijn beelden nodigen de kijker uit om stil te staan, te kijken en te voelen. Waarom is dat object daar? Wat roept het in mij op? En wat zegt dat over hoe ik naar de wereld kijk?
De kracht van de serie ‘Material’ (2002) zit in de combinatie van helderheid en mysterie. De beelden zijn technisch haarscherp, maar roepen toch vragen op. Wat zie ik precies? Waarom voelt dit belangrijk? Door zo nauwkeurig te kijken en te kiezen, geeft Fraser het banale een bijna spirituele kwaliteit. Material is geen documentaire over spullen, maar een meditatieve zoektocht naar hoe de wereld zich aan ons toont als we écht kijken. Dat maakt de serie stil, intens en onverwacht rijk.
Erkenning
In 2013 kreeg hij een grote overzichtstentoonstelling in Tate St. Ives, een zeldzame erkenning voor een Britse fotograaf in een museum voor beeldende kunst. Terugblikkend zag Fraser zelf dat zijn werk altijd dezelfde fascinatie had gevolgd. Niet gepland, maar gedreven door een diepe, blijvende verwondering.
In het boek ‘Lost for Words’ komt een wereld tot leven die zowel intrigerend als ongemakkelijk voelt. Het is een wereld vol alledaagse objecten, schuimrubberen broden, verkleurde lijsten, krijtstrepen op een boekenkast, die op het eerste gezicht herkenbaar zijn, maar bij nader inzien vervreemdend werken. Fraser plaatst deze dingen zo dichtbij, zo helder en kleurrijk, dat hun imperfecties en kunstmatigheid bijna confronterend worden. De foto's lijken te spelen met schaal, betekenis en de grenzen van het herkenbare. Ze zijn er wel, maar ze lijken net uit hun natuurlijke context getild. Daardoor ontstaat een gevoel van ontregeling, een visuele verwarring die de kijker dwingt opnieuw te kijken. Fraser toont hoe gewone dingen iets ongrijpbaars kunnen bevatten door subtiele verstoringen en worden een poëtische uitdaging aan het dagelijks bewustzijn. De serie werd gepresenteerd als boek én tentoonstelling in het Tate St Ives in 2013 en kreeg veel lof van critici.
Mathematics (2017) speelt met een intrigerend idee: wat als alles in het universum wiskundig is? Niet zomaar te meten of te tellen, maar écht wiskunde is. In zijn serie onderzoekt Fraser deze gedachte visueel, zonder droge formules. Zijn beelden nodigen uit tot verwondering, alsof ze fluisteren: “Kijk eens goed, zie je de orde achter de chaos?” Van bergtoppen tot verweerde bootrompen, elk beeld laat zien hoe het alledaagse zich leent voor diepere reflectie. Fraser vraagt niet om rekensommen, maar om overdenking. Wat betekent het om mens te zijn in een wereld die misschien puur uit getallen bestaat? Zijn fotografie raakt aan wetenschap én gevoel, aan precisie én poëzie. Wiskunde als lens om naar de wereld te kijken. Niet om alles te verklaren, maar om ruimte te maken voor vragen die blijven dwarrelen.
Tussen kunst en documentair
Peter Fraser's werk beweegt zich tussen kunst en documentair, tussen toeval en intentie. Maar wat blijft, is zijn geloof in de kracht van kijken. Eenvoudig, eerlijk en met aandacht. En daarin ligt misschien wel de ware poëzie van zijn fotografie.