Eugène Atget (Libourne,1857-1927, Parijs) fotografeerde bijna dertig jaar lang Parijs en maakte ongeveer 10.000 glasplaatnegatieven van 18 bij 24 centimeter. Sommige foto's werden uit vrij werk gemaakt, andere in opdracht. Hij verkocht foto's aan salonschilders, cartoonisten, beeldhouwers, illustratoren, kunstenaars, reclameschilders, decorontwerpers, couturiers, industrieel ontwerpers, architecten, stedenbouwkundigen, topografen, bibliotheken en liefhebbers van het oude Parijs.
Het oude Parijs
Atget werd al op jonge leeftijd wees en kwam onder voogdij te staan van zijn oom. Hij verliet school in zijn tienerjaren en werd scheepsjongen. Van de zee stapte hij over naar een opleiding tot acteur maar maakte zijn studie niet af en sloot zich aan bij een toneelgroep. Hij verdiende de komende jaren zijn brood met acteren in de provincies, meestal in kleinere rollen. Eind jaren 1880 verliet hij het toneel en na een kort experiment met schilderen, ging hij fotografie studeren. Atget specialiseerde zich in het fotograferen van achtergronden en fotografische benodigdheden voor kunstenaars. Na verloop van tijd besloot hij tot wat zijn grootste project zou worden: het documenteren van het oude Parijs die met sloop werd bedreigd.
Glasplaat negatieven
Atgets uitrusting was eenvoudig. Omdat heldere, scherpe details noodzakelijk waren voor zijn werk, gebruikte Atget een 18 x 24 cm. grootbeeld camera voor glazen negatieven. Dit was een standaard uitrusting toen hij begon met fotograferen maar zwaar verouderd aan het einde van zijn carrière en in de periode dat de Leica op de markt kwam. Hij ontwikkelde de glasplaten in zijn werkkamer en maakte de contactprints in het zonlicht op het dak van zijn appartementengebouw. Hij printte meestal op albuminepapier, zelfs lang nadat de meeste fotografen het proces hadden opgegeven ten voordele van platina- en zilverpapier.
Fotocollectie
Atget fotografeerde naast mensen, straten en architectuur ook bruggen, etalages, deuren, pleintjes en ornamenten. Voor die tijd ongewone onderwerpen om je mee bezig te houden. Hij werkte voornamelijk in opdracht van de Bibliotheque National en musea zoals het Musée Carnavalet in Parijs. Deze instellingen hebben een behoorlijk deel van de ruim tienduizend foto’s tellende collectie geconserveerd.
Door de fotografie was Eugène Atget in staat om de verscheidenheid van het oude Parijs te bewaren die lijnrecht tegenover de opkomende modernisering stond. Zijn onderwerpen en de extreem lange actieve periode maakt hem uniek. Niet alleen waren de historische documenten voor hem belangrijk maar ook om subtiel commentaar te leveren op de maatschappelijke en culturele verandering van zijn onderwerp. Zijn foto’s vermijden beroemde bezienswaardigheden en concentreren zich op de kleine en eenvoudige wereld, waarbij hij zijn eigen visie deelt zoals de reflecties in de etalageruiten.
Atgets werk is een voor die tijd een ongewone combinatie van realisme en suggestiviteit, door de dromerige sferen te combineren met documentaire beelden.
Man Ray-Berenice Abbott
Hij maakte zo’n 10.000 glasplaten waarvan hij zo’n 25.000 afdrukken produceerde en verkocht aan particulieren en instituten. Atget beschouwde zichzelf als een ambachtsman en ontmoette op het einde van zijn leven de bekende surrealistische kunstenaar Man Ray, die een surrealist in hem zag. Via Man Ray werd Atget aan Berenice Abbott voorgesteld. Abbott zou een belangrijke rol gaan spelen in het nalatenschap van Eugène Atget. (zie Abbott en Atget)Atgets fotografie had een grote invloed op fotografen als Berenice Abbott, Walker Evans en Lee Friedlander.
De interesse die Atget had in weerspiegelingen in ramen is ook te zien in het werk van Lee Friedlander dat in de jaren ’60 en ’70 veel werd gebruikt. Terwijl Atgets foto's zich meer richtten op het 'sociale landschap' van steden, gebruikte Friedlander de weerspiegelingen om een complexere laag aan zijn foto's toe te voegen.
Foto: Lee Friedlander
Walker Evans
Iemand die ook beïnvloed werd door Atgets stijl was Walker Evans.
Evans studeerde in de jaren ’20 literatuur in Parijs, waar hij steeds meer geïnteresseerd raakte in Europese fotografie. De invloed van Eugène Atget en August Sander speelde een grote rol in zijn eigen werk gedurende zijn hele leven. De Europese blik op de Amerikaanse cultuur kenmerkte zijn insteek. Na terugkeer in de Verenigde Staten begon Evans te beseffen dat het materiaal waarnaar hij op zoek was, zich vlak voor hem bevond; op straat.
Foto: Walker Evans
Berenice Abbotts strijd om Atgets foto's de erkenning te geven die ze verdienden duurde zo’n 30 jaar en leverde uiteindelijk voor Eugène Atget de naam; ‘vader van de documentaire fotografie’ op.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.
www.forumbeeldtaal.nl