Edward Weston (VS, 1886–1958) behoort tot de meest invloedrijke kunstfotografen van de twintigste eeuw en wordt alom gerespecteerd vanwege zijn vele bijdragen aan het veld van de fotografie.
Ansel Adams
Samen met Ansel Adams was Weston de pionier van een modernistische stijl die werd gekenmerkt door het gebruik van een grootformaat camera om scherp gefocuste en rijk gedetailleerde zwart-witfoto's te maken.
Foto: Edward Weston-Ocean Dunes, 1936
Weston werd geboren in een intellectuele familie maar als jongen vond hij weinig in boeken en maakte hij de middelbare school niet af. Op 16-jarige leeftijd kreeg hij van zijn vader zijn eerste camera cadeau, en vanaf die tijd ging hij voor een artistieke carrière. Na een tijdje te hebben gestudeerd aan het Illinois College of Photography, verhuisde hij naar Californië. Hij werkte als assistent in de doka en uiteindelijk als fotograaf in portretstudio's in Los Angeles. In 1909 was hij klaar om zijn eigen fotostudio te openen en dit diende de volgende 20 jaar van zijn carrière als uitvalsbasis.
Picturalisme
Weston begon essays te schrijven over zijn vak voor publicaties zoals American Photography en Photo-Miniature. Hij kreeg vier zonen (waarvan er twee zelf fotograaf werden), en verwierf een reputatie voor zijn picturale, soft-focus stijl. Het meest geprezen werk dat hij destijds maakte, waren zijn high key portretten en moderne dansstudies.
Westons vroege werk duidt duidelijk op een picturale stijl. Hij gebruikte een soft-focuslens en gaf de voorkeur aan symbolische onderwerpen in zijn werk tot 1915-16. Westons interesse in het fotograferen van dansers ontwikkelde zich waarschijnlijk nadat hij de danseres Violet Romer in 1915 had ontmoet en een affaire mee kreeg. In deze periode diende hij een portfolio in bij de prestigieuze London Salon of Photography, wat resulteerde in een reeks artikelen, waarmee hij zijn eerste positieve kritische reactie kreeg.
Alfred Stieglitz
Weston was geografisch en artistiek geïsoleerd van de belangrijkste stromingen van de Amerikaanse fotografie en van moderne kunst in het algemeen. Alfred Stieglitz, Edward Steichen, Paul Strand, Charles Sheeler en Ralph Steiner werkten allemaal in het oosten. In 1922 ontmoette hij Alfred Stieglitz tijdens een bezoek aan New York, en deze bevestigde Weston in zijn veranderende fotografische stijl..
Op een trip in 1922 kwam Weston de American Rolling Mill Company tegen en was gefascineerd door de schoonheid van het complex. Een rij schoorstenen met pakhuizen die aan hun basis samenkomen en hoog tegen de lucht opdoemen. Deze foto markeerde een keerpunt in Westons stijl van de zachte focusvormen van het picturalisme naar de scherpere resolutie en details van de ’Straight Photography’.
Diego Rivera
Een jaar later ging hij met zijn studente en minnares, Tina Modotti, naar Mexico en ontmoette daar Diego Rivera, José Clemente Orozco, David Alfaro Siqueiros en andere kunstenaars uit de Mexicaanse renaissance.
Palma Cuernavaca- Manuel Galvan en Excusado, 1925
Pepper 30
In Mexico fotografeerde Weston een serie van portretten en minimalistische werken zoals Palma Cuernavaca en Excusado, beide uit 1925. In 1927 keerde Weston terug naar Californië, waar hij doorging met het verkennen van ideeën die hij in Mexico was begonnen in zijn close-up studies van schelpen, groenten, rotsvormen en semi-abstracte naakten. Door foto's te maken die zijn onderwerpen transformeerden in abstracties van vormen en patronen, hielp Weston het medium uit het Victoriaanse tijdperk te halen en naar het moderne tijdperk te brengen, waarin fotografie een medium op zichzelf werd. Westons foto's van organische vormen moedigden de kijkers aan om alledaagse objecten anders te bekijken en er nieuwe associaties mee te maken.
Geïnspireerd door de heldere en gedurfde vormen die hij zag in muurschilderingen van Diego Rivera en Jose Orozco tijdens zijn verblijf in Mexico, maakte hij foto’s van onderwerpen die een heroverweging uitlokten van hun originele betekenis. 'Pepper 30' (1930) is de beroemdste van zijn groente afbeeldingen. Het licht van bovenaf laat de bolvormige contouren van het object extra benadrukken en zou de standaard worden voor de klassieke naaktmodel belichting. De isolatie van het onderwerp met een naadloze scherpte en zonder enige context, berooft het van schaal en is als een metafoor voor de organische groei van het leven zelf.
Straight Photography
Edward Weston hielp fotografie te transformeren, zodat het een belangrijk onderdeel van moderne kunst werd. Het was in de periode 1930–33 dat Weston zijn techniek ontwikkelde die alles scherp met een volledige toonschaal zou vastleggen. Voor het grootste deel van zijn werk gebruikte hij een 8 × 10-inch grootbeeld camera en maakte hij contactafdrukken. Door zijn promotie van ‘Straight Photography’ en zijn dagboeken, waarin hij zijn artistieke groei vastlegde, hielp Weston de plaats van fotografie als een modern artistiek medium te verstevigen en beïnvloedde hij een hele generatie Amerikaanse fotografen.
Weston begon met het fotograferen van naakten in de vroege jaren 1920 en ging daarmee door in de daaropvolgende twintig jaar. Modellen waren onder andere vrienden, familie en, het vaakst, zijn (vele) geliefden. Hoewel het lichaam van deze figuur niet volledig is blootgesteld, wordt naaktheid geïmpliceerd door de opname ervan in de serie. Het onderwerp zit met benen onder elkaar gevouwen en lichtjes scheef, waardoor knieën en dijen zichtbaar zijn, de een voor de ander. Veelvoorkomend in Westons werk in die tijd, zijn bijsnijden en dramatische belichting creëren een beeld met een hoog contrast dat de focus aanmoedigt op de vlezige bulten en rondingen van het vrouwelijke lichaam.
Group f/64
In 1932 werd Weston een van de oprichters van Group f/64. Dit was een kleine losse groep van fotografen met o.a. Imogen Cunningham en Ansel Adams en vormde een opstand tegen het picturalisme. Ze noemden hun organisatie Group f/64, naar het grootformaat cameradiafragma. F of diafragma 64 geeft de maximale scherptediepte wat resulteert in een stijl van heldere en scherp gedetailleerde fotografie.
Ansel Adams-Imogen Cunningham en Edward Weston, F68
Guggenheim Fellowship
In 1937 en opnieuw in 1938 werd Weston onderscheiden met een Guggenheim Fellowship, waarmee hij de eerste fotograaf werd die deze prestigieuze prijs ontving. Hij gebruikte het geld om door het Amerikaanse zuidwesten te reizen met Charis Wilson, die zijn tweede vrouw werd. Hoewel Charis geen fotograaf was hielp ze Weston bij zijn pogingen om het Amerikaanse landschap vast te leggen en promootte ze zijn werk via haar schrijven.
Tomato Field, Monterey Coast uit 1937 is een veld met tomatenplanten die de voorgrond domineert. Net als Walker Evans een jaar eerder met Joe’s Auto Graveyeard, dwingt ook Weston de kijker om de manieren te onderzoeken waarop we landschappen interpreteren en ervaren.
Museum of Modern Art
In 1946 organiseerde het Museum of Modern Art een retrospectief van zijn werk, ter ere van zijn uitgebreide carrière. Helaas begon Weston datzelfde jaar gezondheidsproblemen te krijgen en kreeg hij de diagnose van de ziekte van Parkinson, waardoor zijn werk in 1948 tot stilstand kwamen. Hij overleed in 1958. Tijdens het laatste decennium van Westons leven en een tijdje na zijn dood, drukten zijn zonen Brett en Cole foto's af van de negatieven van hun vader. Beiden volgden in de voetsporen van hun vader en ontwikkelden hun eigen carrière als artistiek fotograaf.
Edward Westons werk was niet alleen om te veranderen hoe kijkers gewone objecten zagen, maar ook hoe we denken over het fotografische medium zelf. Zijn invloed is duidelijk te zien in het werk van Minor White en Aaron Siskind.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.