Minor White
Minor White (1908-1976) was een Amerikaanse fotograaf die de fotografie als kunstvorm een nieuwe diepgang gaf. Met zijn verfijnde zwart-witafdrukken, spirituele benadering en filosofische kijk op beeldvorming, wordt White beschouwd als een van de meest invloedrijke naoorlogse fotografen.
Museum of Modern Art
Geboren in Minneapolis, Minnesota, begon White zijn reis niet meteen met fotografie. Hij behaalde een graad in botanie en ontwikkelde een passie voor poëzie. Pas in 1937, tijdens zijn werk bij de Works Progress Administration (WPA) in Portland, Oregon, besloot hij zich volledig aan fotografie te wijden. Hier legde hij niet alleen landschappen en architectuur vast, maar gaf hij ook zijn persoonlijke visie vorm. Waar anderen zich richtten op documentair werk, zocht White naar diepere, emotionele lagen in zijn beelden. Zijn foto's trokken al snel de aandacht en werden in 1941 tentoongesteld in het Museum of Modern Art in New York.
Deze stalen bogen overspanden vroeger verschillende kruispunten in het centrum van Portland. Bovenaan de boog hangt een stikstoflamp, terwijl iedere boog nog eens 96 lampen bevatte om de straat 's nachts te verlichten. Tegen de tijd dat White deze foto maakte in 1939, waren veel van de bogen verwijdert om de wegen te verbreden. De overgebleven bogen waren niet meer verlicht, deels als gevolg van stroomstoringen in de tijd van de Depressie.
Als je naar de foto’s van White kijkt, wordt het meteen duidelijk dat hij meer deed dan alleen het documenteren van de stad Portland. Deze film noir-achtige opname van de brug op de achtergrond bij nacht verwacht je bijna dat Ingrid Bergman uit de donkere mist tevoorschijn zal komen op weg naar het hotel. op de voorgrond.
Invloedrijke ontmoetingen
Na zijn dienst in het leger tijdens de Tweede Wereldoorlog ging White naar New York, waar hij in contact kwam met Alfred Stieglitz. Vooral Stieglitz’ concept van ‘equivalentie’, waarin een beeld als een visuele metafoor voor emotionele of spirituele staten fungeert, had een blijvende impact op White. Tijdens deze periode kruiste Minor White de paden van Berenice Abbott, Edward Steichen, Paul Strand, Edward Weston en Harry Callahan. Zij waren niet alleen inspiratiebronnen, maar ook vrienden geworden. Steichen, destijds directeur van de fotografie afdeling van het Museum of Modern Art, bood White zelfs een prestigieuze curator functie aan. White koos een andere weg; hij accepteerde het aanbod van Ansel Adams om te helpen bij de pas opgerichte fotografie afdeling van de California School of Fine Arts (CSFA) in San Francisco.
Ansel Adams en het zonesysteem
In juli 1946 verhuisde White naar San Francisco, waar hij jarenlang in hetzelfde huis als Adams woonde. Daar leerde hij van Adams het 'zone systeem', een geavanceerde methode voor belichting en ontwikkeling van grootbeeld negatieven. White verfijnde deze techniek en maakte het tot een hoeksteen van zijn werk. Onder Minor White werd de faculteit van de California School of Fine Arts in San Francisco, waar hij van 1946 tot 1953 werkte, de eerste afdeling voor beeldende kunstfotografie in de VS. Hij publiceerde boeken en deelde zijn kennis gepassioneerd met studenten, waarbij hij het proces van pre-visualisatie tot kunst verhief.
In 1948 creëerde Minor White de indrukwekkende fotoserie The Temptation of St. Anthony Is Mirrors. Deze serie is nooit volledig gepubliceerd of tentoongesteld. Het middelpunt van de serie is Tom Murphy, een student van White. De foto's verwijzen subtiel naar Christelijke en Griekse kunst en verkennen thema’s als verleiding, zonde en zelfreflectie. White zag elk beeld als een spiegel van zichzelf, waardoor de reeks niet alleen een portret van Murphy, maar ook een complex zelfportret is. In de jaren veertig was het illegaal om volledig frontale mannelijke naakten tentoon te stellen of te publiceren, en elke man die dat deed zou zichzelf feitelijk als homoseksueel hebben ontmaskerd. De gevolgen voor White zouden zeker het verlies van zijn baan als leraar, zijn belangrijkste bron van inkomsten, zijn geweest.
Spirituele diepgang
White combineerde zijn technische perfectie met een sterke interesse in mystiek en zen filosofie. Zijn beelden van natuur, landschappen en alledaagse objecten werden doordrenkt met symboliek en introspectie. Voor White waren rotsen, bomen of stranden geen eenvoudige onderwerpen, maar dragers van diepere betekenis. Hij omschreef zijn werk als metaforen die de kijker moesten leiden naar een moment van innerlijke reflectie.
Deze scherpe, rijk gedetailleerde afbeelding laat een geologische formatie zien, de Moenkopi Strata, in Capitol Reef National Park in Utah. Het beeld wordt geïsoleerd van zijn context, waardoor de onregelmatige vormen en het dynamische samenspel tussen licht en schaduw abstracte compositorische motieven worden. Vanwege het onzekere uitkijkpunt kan de kijker zich ook afvragen of dit een luchtfoto of een zijaanzicht is. Als gevolg hiervan worden de elementen van de rotsformatie vloeibaar, terwijl de blik wordt getrokken naar verschillende figuurlijk suggestieve gebieden, zoals een lange, botachtige flank van rots, en een andere gebalde als een menselijke vuist. Omdat deze vormen natuurlijk zijn, doen hun texturen, kloven en breuken op krachtige wijze denken aan menselijke emoties.
Invloedrijk redacteur
In 1952 richtte White samen met Ansel Adams en anderen het tijdschrift Aperture op, dat uitgroeide tot een toonaangevend platform voor creatieve fotografie. Hij redigeerde ook Image, het tijdschrift van George Eastman House, en zette zich in voor onderwijs. Aan instituten zoals het Rochester Institute of Technology en het Massachusetts Institute of Technology leerde hij studenten niet alleen fotograferen, maar ook kijken, voelen en betekenis ontdekken.
Minor White was anders in termen van hoe en waarom hij fotografeerde. Hij verwerkte evenveel van zijn eigen overtuigingen en filosofieën in zijn werk als hij fotografische techniek gebruikte. Zijn werk is een mix van zijn mentaliteit en de emotie die hij voelde bij een scène of onderwerp. Hij paste een deel van zichzelf in alle foto's die hij maakte. Hij gaf woorden als "De fotograaf projecteert zichzelf in alles wat hij ziet, identificeert zichzelf met alles om het te kennen en beter te voelen." en“alle foto's zijn zelfportretten". Het was met deze mindset dat White zijn foto's benaderde en misschien was geen van zijn werk zo idealistisch surrealistisch als zijn avonturen in de wereld van infrarood. De IR-beelden die hij in de jaren ’50 maakte, net als zijn andere werken, projecteerden een wereld die vermengd was met zowel het fysieke landschap als zijn eigen persoonlijke creativiteit.
White’s transcendente reeks bestaat uit een aantal voor die tijd ongekende foto’s. Een gedenkwaardige foto is de imperfect getitelde Windowsill Daydreaming (1958), die een bol van licht en schaduw onder een raam laat zien en een bijna voelende aanwezigheid oproept.
Een blijvende erfenis
De controversiële, vaak onbegrepen, maar zijn tijd vooruitlopende Minor White breidde uiteindelijk de expressieve mogelijkheden van het medium uit. White's lange carrière als fotograaf, leraar, redacteur, curator en criticus was zeer invloedrijk en blijft van cruciaal belang voor het begrijpen van de geschiedenis van het fotografische (Amerikaanse) modernisme.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.