"My favourite thing is to go where I’ve never been” Diane Arbus. (1923-1971)
Schuldgevoel
Geboren in materiële rijkdom leed Arbus aan een schuldgevoel van dit voorrecht. Haar moeder was de erfgenaam van het familiebedrijf Russeks, een prestigieus warenhuis op 5th Avenue in New York dat bont verkocht. Van beide ouders hoefde ze geen liefde te verwachten. Op 18-jarige leeftijd trouwde Diane met Allen Arbus, die in de reclame-afdeling van het bedrijf werkte.
Lisette Model
Na een korte ongelukkige loopbaan als mode-fotograaf in samenwerking met haar echtgenoot, liep ze weg tijdens een Vogue-fotoshoot: "Ik kan het niet meer, en ik doe het ook niet meer!” riep ze. Dit is het beslissende moment geweest voor haar nieuwe carrière. Arbus gaat in de leer bij Lisette Model, die bekend stond om haar onconventionele straatfotografie en docentschap.
In 1962 vond Diane Arbus haar kenmerkende stijl: directe, frontale portretten waarbij het model recht in het midden van het beeld staat. Dat jaar verruilde ze ook haar 35mm-camera voor een tweelens-spiegelreflexcamera, die ze op heuphoogte vasthield. Zo kon ze beter contact maken met haar onderwerp; niets verstoppen, alles laten zien. Eén van haar bekendste foto's toont een jongen in Central Park, met een speelgoedhandgranaat in zijn hand. Zijn verwrongen gezicht en klauwachtige vuisten geven het beeld iets dreigends. Arbus had ook vriendelijkere foto's van hem, maar koos juist deze. Niet om te choqueren, maar om iets eerlijkers te laten zien. Ze richtte haar lens vaak op mensen die buiten de norm vielen, en dat leverde rauwe, indringende beelden op. De schrijver Norman Mailer zei ooit: “Een camera aan Diane Arbus geven is als een granaat in de handen van een kind leggen.” In dit geval was het speelgoed, maar de impact was echt.
Nobody would see
Model confronteerde Diane met haar angsten en leerde haar diep in het onderwerp te duiken. Later zei Morel over haar: “Wat erna kwam, daar was ik moreel niet verantwoordelijk voor.” Diane Arbus’ instinct voor het perverse bleek al in haar vroege foto’s; haar fascinatie voor het 'verstoorde' ontwikkelde zich nu snel. “There are things nobody would see if I didn’t photograph them”, zo was haar overtuiging. Ze fotografeerde travestieten, dwergen, nudisten, circusartiesten, geestelijk handicapten, reuzen maar ook 'gewone' mensen.
Arbus had een scherp oog voor mensen die buiten de norm vielen, en dat zie je duidelijk in haar foto ‘A Young Man in Curlers at Home on West 20th Street’. (1966) Met een harde flits en sterk contrast laat ze het gezicht van de man bijna oplichten tegen de donkere achtergrond. Zo benadrukt ze zijn plek buiten de mainstream, als travestiet in de jaren zestig, een tijd vol botsende overtuigingen en spanningen. Het beeld zegt meer dan wat we zien. Arbus gebruikte haar camera om mensen vast te leggen die vaak over het hoofd werden gezien, mensen die volgens haar gered moesten worden uit de nasleep van de roerige jaren zestig.
Twee jaar voordat Diane Arbus haar eerste camera kreeg, schreef ze over haar fascinatie voor de afwijkendheid. Hoe ieder mens uniek is, met zijn eigen uiterlijk, verlangens en manieren van zijn. In 1967 fotografeerde ze twee zevenjarige meisjes op een kerstfeest voor tweelingen in New Jersey. Ze plaatste hen frontaal, strak gekadreerd tegen een kale muur. Met haar kenmerkende stijl richtte ze zich op de kleine details: de handgemaakte jurkjes, opgerolde kanten kousen en een subtiel verschil in gezichtsuitdrukking. Het resultaat is betoverend als verontrustend. Het beeld werd beroemd en vormde zelfs de inspiratie voor de tweeling uit ‘The Shining’ van Stanley Kubrick.
Deze foto (1967) van Diane Arbus laat perfect zien hoe een beeld meer kan zeggen dan je op het eerste gezicht denkt. Je ziet een keurige jongen, met nette kleding en een serieuze blik—een schoolvoorbeeld van een brave, jonge Amerikaan. Maar dan valt je oog op de badges op zijn revers. Op de ene staat “Support Our Boys in Vietnam”, op de andere, in kleine letters: “Bomb Hanoi”. Opeens verandert de toon van het beeld. Wat begon als een portret van jeugdige onschuld, krijgt een scherp randje. De jongen straalt iets uit dat je doet twijfelen: is dit echt zo’n onschuldige puber, of schuilt er iets donkerders achter zijn trotse houding?
Museum of Modern Art in New York
Dit deed ze op straat of ze ging met hen mee naar hun huis. Soms zelfs om te blijven slapen. In haar werk is een spanning aanwezig tussen het 'empathische' en het 'gebruik maken van’ binnen de benadering van haar onderwerp. Je krijgt het gevoel dat je medeplichtig bent als je ernaar kijkt. Door haar lage standpunt met de Rolleiflex-camera en haar flitsgebruik verhief ze de rafelrand van de samenleving uit hun context. Ze bracht er een (veel geïmiteerde) contradictie mee aan. In 1967 hingen haar portretten in de tentoonstelling New Documents door curator John Szarkowski in het Museum of Modern Art in New York, naast het werk van Garry Winogrand en Lee Friedlander.
De drie zouden de geschiedenis ingaan als de vertegenwoordigers van de zelfreflecterende maatschappijkritische en sociaal-documentaire fotografie. Een discipline waarin Robert Frank Amerika 10 jaar eerder de spiegel mee had voorgehouden.
Op deze bijzondere foto staat Eddie Carmel, ook wel bekend als ‘de Joodse reus’, samen met zijn ouders in hun kleine appartement. Eddie torent hoog boven hen uit, leunend op twee wandelstokken. Het beeld is ontroerend, een tikje ongemakkelijk, maar ook zacht humoristisch. Carmel werd geboren in 1936 in Tel Aviv en verhuisde op jonge leeftijd met zijn familie naar New York. Rond zijn vijftiende begon hij abnormaal te groeien door de aandoening acromegalie, een zeldzame hormonale stoornis. Hij werd uiteindelijk meer dan twee meter lang en bouwde een carrière op als kermisattractie, onder andere bij Hubert’s Dime Museum en Flea Circus in Times Square, waar Diane Arbus hem voor het eerst ontmoette in 1959. Tien jaar later fotografeerde ze hem opnieuw. Hij was toen 34 jaar. Het portret laat niet alleen zijn indrukwekkende gestalte zien, maar ook de intimiteit van een gezin. Eddie stierf slechts twee jaar later.
Depressies
De tentoonstelling was uiterst succesvol en maakte het drietal in één klap beroemd. In 1971 nam Diane Arbus haar eigen leven. Haar depressies en neurotische demonen bleven haar achtervolgen tot ze haar obsessief streven hadden ingehaald. Susan Sontag schreef over haar: "Arbus' behoefte om diegenen te fotograferen spreekt van een diepere wens zichzelf te willen herscheppen en te worden aanvaard als een buitenstaander door mensen die, vanaf de geboorte, ‘anders’ zijn. Haar portretten behoren tot de meest krachtige ooit gemaakt."
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.