Ansel Adams
Ansel Adams was de belangrijkste Amerikaanse natuurlandschap fotograaf van de 20e eeuw. Hij geloofde dat landschapsfotografie, muziek of poëzie zou kunnen evenaren. Zijn doel was om het natuurlijk landschap in één monumentaal beeld vast te leggen met een combinatie van techniek en intuïtie.
Milieuactivist
Misschien is hij ook wel de meest bekende van alle Amerikaanse fotografen door de de diverse media waarin zijn werk nog steeds wordt verspreid. Adams fotografeerde de vergeten en ongerepte wildernis van de nationale parken van Amerika en andere beschermde natuurgebieden in het westen. Hij was een milieuactivist en een icoon voor de 20e-eeuwse beweging voor natuurbescherming.
Deze foto, de Half Dome uit 1927, was een keerpunt in Adams' werk. Hij had vooraf bedacht hoe de foto eruit zou zien voordat hij op de sluiter drukte. Hij zou later uitleggen dat "deze foto mijn eerste bewuste visualisatie vertegenwoordigt; in mijn gedachten zag ik het uiteindelijke beeld zoals het was gemaakt." In de jaren die volgden, zou Adams zijn ideeën over pre-visualisatie verfijnen in wat hij later het ‘Zone Systeem’ noemde.
Group f/64
Als medeoprichter en actief lid van Group f/64 (1932) namen Adams en zijn collega's de Straight Photography-principes van Paul Strand over en pasten ze aan om een hogere kunst te promoten. Adams beelden hebben een ongekende scherptediepte (de benaming f/64 was een optische verwijzing naar de diafragma-instelling (f/64) die de fijnste beelddetails opleverde). De groep vormde een front tegen het picturalisme, de soft focus fotografie die toen gangbaar was.
Previsualisatie
Adams' boek ‘Making a Photograph’ (1935) was een onderscheiden instructiehandleiding, geïllustreerd met zijn eigen foto’s. Tegelijkertijd was hij de belangrijkste fotografische adviseur voor Polaroid en Hasselblad en ontwikkelde samen met Fred Archer het beroemde ‘zone systeem’ voor het controleren en relateren van belichting en filmontwikkeling. Hierdoor konden fotografen een beeld visualiseren die zo goed als overeenkwam met wat ze zagen. Het was een methode waarmee je de grijstonen van het uiteindelijke beeld kon "pre-visualiseren" op het moment dat de foto werd genomen. M.a.w. als je bijvoorbeeld sneeuw fotografeert leg je de waarde van het wit van de sneeuw in een zone zodanig dat je nog detail in het wit van de sneeuw ziet. Deze detailvorming in het wit wil je dan ook terug zien op je beeldscherm en uiteindelijk op je fotoprint. (Ik werk zelf zo'n 30 jaar met het zonesysteem op 6x6 en 4x5, en heb nooit een onder- of overbelichting. Ook weet ik precies welke toon ik wat gefotografeerd heb en zie ik terug op mijn fotoprints)
Moonrise, Hernandez, New Mexico, is een dramatisch beeld van een maan die opkomt boven het kleine stadje in het zuidwesten, in de buurt van Santa Fe. Een scène die even donker en licht is, Moonrise, toont de gebouwen van het stadje die baden in het late avondlicht, vlak voordat de zon ondergaat. Adams herhaalde vaak het mantra dat "een foto wordt gemaakt, niet genomen." De foto lijkt de sterfelijkheid van het menselijke bestaan te laten zien, dat wordt geconfronteerd met de eeuwigheid van het universum.
Zone Systeem
Het zonesysteem verdeelde het 8’ x 10’ filmvlak in elf zones, van zuiver zwart (zone 0) tot zuiver wit (zone 10). Bij een gemiddelde digitale camera zijn dit 5 tot 7 zones. Elke zone komt overeen met een bepaalde hoeveelheid licht die op de film of de sensor valt. Door je lichtmeting in een zone te plaatsen, weet je exact welke lichtwaarde op je negatief of sensor valt. Hierdoor heb je niet alleen een volledige controle over je lichtbeheersing maar ook over je workflow. Wat je aan de voorkant opneemt wil je aan de achterkant eruit zien komen. Adams produceerde tien delen technische handleidingen over fotografie en het zone systeem, die de meest invloedrijke boeken zijn die ooit over het onderwerp zijn geschreven.
Meting volgens het zone-systeem
Adams was een onvermoeibare activist voor het behoud van de wildernis en het milieu. In de loop der jaren woonde hij talloze vergaderingen bij en schreef hij honderden brieven ter ondersteuning van zijn filosofie van natuurbehoud aan krantenredacteuren, overheidsinstanties en politici. Zijn grote invloed kwam echter van zijn fotografie. Zijn beelden werden de symbolen, de iconen, van het wilde Amerika. Wanneer het publiek dacht aan de nationale parken, stelden ze zich die voor in de foto’s van Ansel Adams. Zijn zwart-witbeelden waren volgens hem geen ‘realistische’ documenten van de natuur maar streefden ze naar een psychologische ervaring naar natuurlijke schoonheid. Adams creëerde een gevoel van de grootsheid van de natuur dat voor de kijker emotioneel krachtiger kon zijn dan het werkelijke ding. Wie een tentoonstelling van Adams heeft gezien, kan dit beamen.
'Grand Teton' is een foto die de aandacht van de kijker trekt van de rivier op de voorgrond, om de bocht naar de met sneeuw bedekte bergen van de Grand Teton en omhoog naar de dreigende lucht op de achtergrond. Zoals Adams over zijn uitzicht zei: "De grote opheffing van de Tetons is meer dan een mechanische plooi en breuk van de aardkorst; het is een oergebaar van de aarde onder een grotere hemel."
Henri Cartier-Bresson
Adams werd vaak bekritiseerd omdat hij geen mensen of bewijs van "menselijkheid" in zijn landschapsfoto's opnam. Henri Cartier-Bresson deed de bekende uitspraak dat "de wereld in uiteen valt en dat Adams en Weston alleen maar rotsen en bomen fotograferen". Critici zagen Adams vaak als een fotograaf van een geïdealiseerde wildernis die niet meer bestaat. Integendeel, de plekken die Adams fotografeerde zijn, op een paar uitzonderingen na, precies die wildernis- en parkgebieden die voor altijd bewaard zijn gebleven. Er is een enorme hoeveelheid echte en werkelijk beschermde wildernis in Amerika, waarvan een groot deel is gered dankzij de inspanningen van Adams en zijn collega's.
Wil je meer weten over inhoudelijke fotografie? Lees onze blogs, download ons E-book of schrijf je in bij ons BEELDlab. Ben je klaar voor de echte cursus? In september starten we weer op.